Familiegroepsplan

Algemeen

Voor alle gezinnen geldt dat er tijden zijn dat het goed gaat en dat het minder goed gaat.

Wat als het echt wat minder gaat?

In situaties dat het wat minder gaat, is het niet altijd duidelijk hoe je dit kunt veranderen. Toch heeft het altijd zin daarover na te denken. Wanneer je er alleen niet meer uitkomt, zullen de mensen om je heen, die het belangrijk vinden dat het goed gaat met jou en je kinderen, graag willen meedenken. De eerste stap, eerlijk zeggen wat er aan de hand is, kan moeilijk zijn. Toch is het de moeite waard! Jij en de mensen om je heen kennen jouw situatie het best en met elkaar komen er vaak snel goede ideeën boven.

Sinds 2015 is het zo dat je bij problemen in de opvoeding het recht hebt om een eigen plan te maken: een familiegroepsplan. Je kunt samen met de mensen die jou goed kennen werken aan oplossingen die het beste bij je passen. Als daarbij ook hulpverlening nodig is, neemt de hulpverlener vervolgens je plan als uitgangspunt voor verdere hulpverlening. Een professional van het SMWO kan je hierbij, indien gewenst natuurlijk, ondersteunen.

Zelf een plan maken

  1. Deel je zorgen met mensen die dichtbij je staan. Mensen die het belangrijk vinden dat het goed met jou en/of je gezinsleden gaat. Vraag deze familie, vrienden en/of andere bekenden om met je mee te denken over oplossingen.
  2. Vraag of de mensen die je uitnodigt ook willen nadenken wie er nog meer kunnen meedenken. Hoe groter de groep, hoe meer manieren van denken en kijken en hoe beter de oplossingen!
  3. Wie kan er voorzitter zijn als jullie samen een plan maken? Het is prettig als iemand de afspraken op papier zet en ervoor zorgt dat iedereen de kans krijgt om te zeggen wat hij of zij wil.
  4. Welke informatie hebben jullie nodig om met elkaar tot goede oplossingen te komen? Dat kan informatie zijn over een ziekte of aandoening, over vormen van hulp of over wat er al geprobeerd is.
  5. Zijn er hulpverleners of andere professionals betrokken bij de situatie? Vraag of ze informatie willen delen of aanwezig willen zijn om kennis te maken met de mensen om je heen.
  6. Begin met een duidelijke vraag waar jullie met elkaar over nadenken. Bijvoorbeeld: Wat is er voor nodig dat onze zoon met autisme zelf naar school kan fietsen?, 'wat is ervoor nodig om een opname van onze zoon te voorkomen' of ' hoe zorgen we ervoor dat ouder(s) duidelijker grenzen stellen'.
  7. Kom bij elkaar op een moment waarop jullie ruim de tijd hebben. Spreek niet af hoe lang het mag duren. Jullie zijn pas klaar als er een plan is waar iedereen het mee eens is. Dat kost tijd. Het is het waard om die tijd te nemen.
  8. Begin jullie bijeenkomst met kennismaken en het delen van informatie. Wat is er precies aan de hand? Is de vraag voor iedereen helder? Wat is er al gebeurd? Hulpverleners kunnen hier ook bij aanwezig zijn.
  9. Sluit deze ronde van informatie uitwisselen af met een korte pauze. De aanwezige professionals vertrekken. Zij zijn er niet bij als jullie het plan gaan maken. Zo zorg je ervoor dat het jouw/jullie plan wordt.
  10. Maak daarna met elkaar een plan met oplossingen. Het plan geeft antwoord op de vraag van de bijeenkomst. Spreek duidelijk af wie wanneer wat doet.
  11. Spreek af wanneer jullie elkaar weer zien om te bespreken hoe het gaat met doen wat in het plan staat.
  12. Spreek af wat jullie doen als de situatie verandert of als dingen anders gaan dan is afgesproken.
  13. Zijn er vragen voor hulp van professionals? Vraag om deze hulp en breng de hulpverlener op de hoogte van jullie plan. Zo weet de hulpverlener wat hij moet doen en gaat hij of zij niet zelf iets voor jou bedenken.
  14. Schrijf de afspraken op jullie familiegroepsplan. Wat jullie gaan doen, wie het doet en wanneer dat gebeurt. Loop aan het eind de afspraken nog eens door met elkaar en als iedereen het ermee eens is, zet iedereen zijn naam erop. Jullie plan is af!
  15. Eén iemand zet het plan in de computer en stuurt het naar alle aanwezigen. Stuur het, als die er zijn, ook naar betrokken hulpverleners.

Samen met mensen die dichtbij je staan een plan maken dat uitgangspunt is voor hulp, zorgt ervoor dat jij meer regie hebt. Dat betekent dat je de baas blijft over wat er aan de hand is en hoe je dat gaat oplossen. Het plan is de eerste stap.

Een plan, en dan?

Niets ligt vast in het leven. Er gebeuren soms dingen waardoor alles anders wordt. Dan past je plan niet meer. Het betekent niet dat je plan slecht was of dat een plan van een hulpverlener beter was geweest. Het betekent dat het tijd is voor een nieuw plan of een aangepast plan! Misschien is je vraag nu wel anders. Begin daar: wat heb je nodig? Wie kan er met je meedenken?

Lukt het niet?

Soms lukt het niet om iedereen bij elkaar te krijgen. Door ruzie, ingewikkelde relaties of om een andere reden. Weet dan dat een professional van het SMWO je kan ondersteunen bij het maken van jouw eigen plan. Zij gaan jullie coachen zodat jullie zelf een mooi plan kunnen maken. Ze gaan dus niets overnemen. Het is en blijft jullie plan.

Contact hierover kun je opnemen via SMWO Infopunt bereikbaar via telefoonnummer 0113 27 71 11 of per e-mail: info@smwo.nl.